Iran. Erste Bilanz
Vrede is terug in het Midden-Oosten. Of beter gezegd, een schijn van vrede, omdat Netanyahu duidelijk geen enkele intentie heeft om zich eraan te houden. En Iran lijkt klaar om blow-by-blow terug te slaan.
Trump is woedend. Maar zijn woede helpt weinig. Hij hoopte het conflict te kalmeren en tegelijkertijd een regimeverandering in Iran te bevorderen. Zo werd de oude, inmiddels volledig veramerikaniseerde, aspirant op de Troon van de Pauw weer naar voren gehaald: Reza Shah.
Verkeerde berekeningen en overwegingen. Want in werkelijkheid lijkt de Islamitische Republiek sterker en meer verenigd uit deze aanvallen te komen. Het is niet dat er geen interne onenigheid is, maar het is duidelijk dat dit niets te maken heeft met sympathie voor Israël of de Verenigde Staten. Integendeel…
Zo had Khamenei het voordeel. Hij heeft de feitelijke macht overgedragen aan de Pasdaran, en de gematigde Pezesjkjan buitenspel gezet.
In feite is het een soort staat van beleg. Dit versterkt het Iraanse regime en geeft de militaire vleugel meer macht.
En verzwakt degenen die hoopten op een ontspanning van de betrekkingen met Washington, vooral de bazari's en de handelsklassen.
Na vijftien dagen afstandsgevecht leek Israël in moeilijkheden te verkeren. En dat ondanks het geproclameerde militarisme van Netanyahu.
Hij is er simpelweg niet in geslaagd Teheran te onderwerpen of het Iraanse dissensus te stimuleren. Integendeel, het ayatollah-regime lijkt sterker dan ooit, en de militaire reactie heeft geleid tot echte interne nervositeit in Israël.
Netanyahu moest zelfs proberen te voorkomen dat de belangrijkste steden ontvlucht worden, vooral door Joodse burgers die naar het buitenland willen vluchten, of beter gezegd, terugkeren.
Het is waar dat Bibi vooral vertrouwt op de “kolonisten,” die de meest vastberaden en agressieve gezichten van het Zionisme vormen.
Maar de binnenlandse onrust in Israël is duidelijk.
Teheran is overigens niet helemaal alleen. Meer dan Poetin, die te druk bezig is in Oekraïne om Iran meer dan politieke steun te bieden, is de echte bondgenoot van het ayatollah-regime China. China importeert uit Iran gas en olie, cruciaal voor zijn economie.
De politiek van Xi Jinping is natuurlijk gericht op het vermijden van directe conflicten, vooral met Washington.
Toch weerhoudt dat China niet van om Teheran op elke mogelijke manier te ondersteunen, omdat het absoluut geen regimewisseling wil. Xi Jinping is hierover heel duidelijk en streng geweest.
Bovendien heeft Pakistan zich al bereid verklaard militair in te grijpen aan de zijde van Iran. Pakistan, dat een nucleaire macht is, is nauw verbonden met Peking.
En dan is er Kim Jong-un. Noord-Korea is ook een nucleaire macht, en de jonge dictator en meester benut de internationale situatie slim om de lange tijd durende politieke en economische isolatie te doorbreken waarin Pyongyang verkeerde.
Ook hij heeft verklaard bereid te zijn militair in te grijpen om Iran te helpen.
Een situatie dus uiterst moeilijk te ontcijferen. Te veel variabelen, te veel actoren. Te veel gevaren.
Ontegenzeggelijk leven we in een “interessante” tijd, die volgens een oude Chinese vloek juist “gevaarlijk” betekent.