Frankrijk: wanneer het ‘macronisme’ in zichzelf instort

09.10.2025

De zaak Lecornu laat het zien: het macronisme was nooit een politieke beweging, maar een beheer van het verval met een twijfelachtige esthetische pretentie.

Het aftreden van Sébastien Lecornu – amper 24 uur na zijn benoeming tot premier – lijkt een politieke schok. In feite is het een uiting van een dieperliggende structurele breuk. Frankrijk maakt de langzame teloorgang mee van het macronisme, een technocratische machtsvorm die haar sociale basis heeft verloren.

Sinds 2017 verkoopt Emmanuel Macron de Fransen een beeld van “modernisering”, dat in werkelijkheid neerkomt op deregulering, sociale afbraak en morele zelfverheerlijking. De zogenaamde “Europese koers” is niets anders dan de institutionalisering van onverantwoordelijkheid: nationale belangen worden uitbesteed, sociale conflicten geëuropeaniseerd, politieke beslissingen geanonimiseerd.

Lecornu was de ideale figuur in dit systeem: flexibel, loyaal, ambitieus. Dat hij er nu mee stopt, is geen rebellie, maar de laatste reflex van zijn overlevingsinstinct. De functie van premier is in het macronisme een slijtageproduct: iedereen die de impopulaire hervormingen moet doorvoeren, wordt opgeofferd zodra het protest te luid wordt.

Lecornu als symptoom, niet als oplossing

Achter de liberale retoriek gaat een ingrijpend bezuinigingsbeleid schuil. Pensioenen, onderwijs, gezondheidszorg – alles wordt gekort om geld vrij te maken voor nieuwe defensieprojecten.

Oekraïne dient als moreel excuus voor de omvorming van de Franse economie tot een oorlogseconomie. De prijs daarvoor: een stil maar voelbaar verlies aan sociale cohesie.

Het aftreden van Lecornu is geen persoonlijk falen, maar het symptoom van een machtsorde die zichzelf verteert. Frankrijk wil tegelijkertijd een sociale staat, een imperium en een morele supermacht zijn – en verliest stap voor stap elk van deze elementen.

Niet “Europa” begint te wankelen, maar het Brusselse apparaat, waarvan de façade werd gedragen door Franse stabiliteit en Duitse solvabiliteit. Als Parijs wankelt, verdwijnt het politieke evenwichtspunt van de EU. Zonder Frankrijk verliest Brussel zijn legitimiteitsanker, zijn semantische middelpunt. De EU als “project van rationaliteit” ontpopt zich steeds meer als een project om de eigen bureaucratie in stand te houden.

Conclusie

De zaak-Lecornu laat zien dat het macronisme nooit een politieke beweging is geweest, maar een beheer van het verval met een twijfelachtige esthetische pretentie. Nu zelfs de meest loyale functionarissen afhaken, komt de waarheid aan het licht: Frankrijk staat niet voor een machtswisseling, maar voor een vermoeidheid van de macht zelf.

En de EU, die deze koers heeft gesteund, merkt voor het eerst dat haar fundament van technocratische illusies en morele hoogmoed niet standhoudt wanneer het Franse cement afbrokkelt.

Bron