Het Europese "deep state"
Er is veel gezegd en geschreven over het Amerikaanse deep state – en onvermijdelijk alles en het tegenovergestelde daarvan, tot het punt dat men volledig uit het oog verliest wat het eigenlijk is – maar er is nooit gesproken over een Europees deep state. Toch bestaat het, en het wordt steeds duidelijker zichtbaar. Er is natuurlijk een fundamenteel verschil met het Amerikaanse, dat weliswaar een samengesteld geheel vertegenwoordigt, maar desalniettemin gericht is op het behouden van de Amerikaanse hegemonie in de wereld, terwijl het Europese vooral gericht is op het behouden van zichzelf en zijn eigen macht.
Dit Europese deep state bestaat in wezen uit politici, bureaucraten, hoge ambtenaren en lobbyisten, die steeds meer verbonden zijn met militairen van de NAVO-commandostructuren. Het vormt in feite een soort Europese vrijmetselarij, sterk toegewijd aan de promotie en verdediging van zijn leden, maar vooral aan de uitoefening van een steeds meer oprukkende en steeds minder democratische supranationale macht.
Dit deep state heeft zich vooral in de afgelopen 10-15 jaar gevormd en heeft geleidelijk de nationale regeringen – de enige met enige democratische legitimiteit – ontdaan van elke werkelijke macht. De Europese Commissie is steeds meer uitgegroeid tot een heel andere "commissie": een ware koepel van supermacht, volledig verstoken van enige democratische legitimatie.
Steeds duidelijker beginnen figuren die eigenlijk louter representatieve rollen bekleden (zoals de voorzitter van de Europese Commissie of de secretaris-generaal van de NAVO) op te treden en zichzelf voor te stellen als opperste autoriteiten, die niet onderworpen zijn aan enige controle door de landen die zij zouden moeten vertegenwoordigen – landen die overigens, doordat zij zich eerder al geleidelijk van elke daadwerkelijke macht hebben laten ontdoen, in grote mate blijven nalaten hiertegen in verzet te komen, waarmee zij de (onrechtmatige) rol van de koepel versterken.
Deze heimelijke machtsgreep heeft ook plaatsgevonden dankzij een perfecte afstemming op het dominante machtsblok in de Verenigde Staten – namelijk de alliantie tussen de Democraten en de neoconservatieven – in wiens schaduw het Europese deep state heeft gebloeid. Met andere woorden, het heeft zich opgesteld als een volgzaam instrument van de dominante factie binnen het Amerikaanse deep state, en vond in deze volgzame vazalstatus de garantie voor zijn continentale overheersing.
Onvermijdelijk veroorzaakt de verandering van machtsverhoudingen binnen het Amerikaanse deep state een onverwachte verschuiving, en de leden van het Europese deep state weten niet goed hoe zij zich moeten positioneren. Zij twijfelen tussen de historische ondergeschiktheid aan het overzeese imperium en de consistentie met de politieke en strategische pijlers waaraan zij zich lange tijd hebben onderworpen.
De rauwe waarheid over de aard van de relatie tussen het imperium en zijn vazalstaten – met het openlijke gebrek aan interesse, zo niet de minachting van de nieuwe Amerikaanse regering – komt aan het licht. Dit, gecombineerd met het besef dat een periode van grotere marginalisatie én grotere onderwerping aanbreekt, doet de Europese machtskoepel wankelen. De dreiging van oorlog aan de oostelijke grenzen van het continent, en vooral de angst om daar alleen mee geconfronteerd te worden, brengt de leden van het Europese deep state in verwarring. Zij zoeken nu verward naar een nieuw evenwichtspunt, vooral om hun eigen "tuin" te behouden.
Terwijl de geopolitieke as van de wereld onvermijdelijk verschuift naar Azië en de architecturen van de Europese macht kraken, sluiten de elites die het continent al tientallen jaren leiden zich op in zichzelf. De beperking van vrijheid en democratie – die al uitgebreid was ingezet tijdens de pandemieperiode en daarna sterk werd voortgezet met de oorlog in Oekraïne – wordt steeds meer een overheersende obsessie.
Voorlopig bedreigt het ontbreken van echt anti-systeemkrachten (er zijn alleen gedeeltelijke oppositiebewegingen zichtbaar) hooguit de top van het politieke personeel, maar niet het systeem zelf.
Treurig genoeg is het enige zichtbare vooruitzicht dat dit alles zou kunnen uitdagen een spectaculaire – en pijnlijke – nederlaag in oorlog.