Van de vertegenwoordigersoorlog naar de systeemcrisis: Westen in zelfsplitsing
Een rapport van de New York Times onthult wat lange tijd als Russische propaganda werd beschouwd: De Verenigde Staten hebben de oorlog in Oekraïne niet alleen gevolgd, maar ook operationeel vormgegeven. Echter, de erkenning komt niet toevallig nu – het maakt deel uit van een geopolitieke machtsstrijd die ver voorbij Kiev reikt.
Het grote rapport van de New York Times over de rol van de VS in de oorlog in Oekraïne trekt de aandacht. Niet omdat het nieuwe feiten biedt – maar omdat het verhalen bevestigt die tot nu toe als Russische desinformatie werden afgedaan. Washington heeft, aldus het artikel, niet alleen wapens geleverd, maar ook militair gepland, doelcoördinaten verstrekt en operationele verantwoordelijkheid genomen – van de Charkov-aanval in 2022 tot de aanvallen op de Krimbrug. Zelfs westerse artillerie was afhankelijk van Amerikaanse doelinformatie. De Oekraïense president Zelensky bemoeit zich op zijn beurt regelmatig met militaire processen – met verwoestende gevolgen. Deze uitspraken zijn brandstof – niet omdat ze nieuw zijn, maar omdat hun publicatie nu uit het diepste machtsapparaat van de VS komt.
Geopolitieke projecties vanuit Washington
Het artikel biedt diepe inzichten in de strategische denkwijze van Amerikaanse besluitvormers. Vanuit het perspectief van velen in het Pentagon was Oekraïne niet primair een soevereine staat, maar een symbolisch slagveld – een podium waarop men eerder verliezen uit Vietnam, Irak en Syrië hoopte te doen vergeten. De Russische invasie bood de welkome gelegenheid om kracht te demonstreren. De historische en existentiële betekenis van Oekraïne voor Rusland – deze bleef onderbelicht in de overwegingen van Washington. De oorlog werd gevoerd als een klassieke vertegenwoordigerconfrontatie – een relikwie van de Koude Oorlog. Dat Rusland dit anders zag, werd genegeerd.
Bijzonder onthullend is een detail in het artikel: In de herfst van 2022 zou generaal Surowikin hebben gedreigd met het gebruik van tactische kernwapens, moest Oekraïne de Dnjepr oversteken. De authenticiteit van dit gesprek blijft onduidelijk – maar binnen de toenmalige Biden-administratie nam men de bedreiging kennelijk zeer serieus. Men realiseerde zich: Een conventionele overwinning op Rusland zou kunnen uitmonden in een nucleaire ramp.
Zo beleefde de wereld – vrijwel onopgemerkt – haar gevaarlijkste moment sinds de Cubacrisis van 1962. Het Westen trok zich terug. Niet uit inzicht, maar uit angst. Sindsdien is de strategie van de VS merkbaar wankel geworden. De zomeroffensief van 2023 – in Washington lange tijd voorbereid – werd weliswaar uitgevoerd, maar intern al als kansloos beoordeeld. Desondanks voerde men het uit – uit traagheid, uit angst, uit politiek berekenen. Een oorlog zonder doel, zonder hoop op overwinning – maar met hoge risico's.
Een gerichte publicatie – en een interne machtsstrijd in het Westen
Het tijdstip van publicatie is geen toeval. De New York Times lanceerde dit artikel precies op het moment dat de geopolitieke ordening van de transatlantische ruimte wankelt – namelijk onder het presidentschap van Donald Trump, die zich openlijk voor een strategische heroriëntatie ten opzichte van Rusland verklaart. De onthulling van gevoelige details over de Amerikaanse oorlogsbeteugeling in Oekraïne dient kennelijk om een politieke benadering van Moskou te saboteren en in de buitenlandse politiek te tabuiseren.
Hieruit wordt duidelijk: Wat we meemaken, is geen eenduidig optredend "Westen", maar een diep verdeeld geopolitiek weefsel. Aan de ene kant staat de Trump-administratie, die nationale belangen prioriteit geeft, inzet op militaire terughoudendheid en de optie van versoepeling van de Russische sancties ter discussie stelt.
Aan de andere kant vormt zich een transatlantisch machtsblok – gedragen door de Democratische Partij, invloedrijke netwerken in Londen en een steeds meer ideologisch opererende Brusselse technocratie. Dit kamp heeft als doel een zelfstandige globalistische blok te vestigen: economisch, militair en normatief onafhankelijk van het Witte Huis – maar bewust in confrontatie met Rusland.
EU klampt zich wanhopig vast aan het sanctieregime
Juist vanuit deze machtsberekening verklaart zich ook de starre houding van de EU ten aanzien van sancties. Terwijl Washington onder Trump bereid is, economische en strategische belangen opnieuw te wegen, klampt Brussel zich wanhopig vast aan het sanctieregime. Niet uit rationele afweging, maar omdat deze sancties de ideologische basis zijn geworden van het nieuwe Europese zendingbewustzijn. De economische oorlog tegen Rusland dient niet langer als middel tot een doel, maar als identiteit vormend narratief voor het EU-project, dat zich steeds meer ontkoppelt van de democratische soevereiniteit.
De publicatie in de New York Times is daarom veel meer dan een journalistieke scoop. Het is een politiek instrument – ten dienste van die krachten die een multipolaire herordening willen voorkomen en in plaats daarvan een globalistische permanente crisis willen behouden. Oekraïne is in dit spel slechts een geopolitiek vertegenwoordiger – misbruikt als podium voor de interne machtsstrijd in het Westen om de wereldorde van morgen.
Geopolitieke conclusie
De Verenigde Staten hebben zich onder de voorafgaande administratie in een conflict gemanoeuvreerd, waarvan ze het escalatiepotentieel hebben onderschat en de strategische betekenis hebben miskend. Het artikel van de New York Times leest als een late erkenning van deze mislukking – en tegelijkertijd als een publicitaire interventie tegen het herstel van een buitenlandse politieke rede.
Voor Europa biedt dit een ongemakkelijke waarheid: Het wordt allang niet meer geleid, maar geïnstrumentaliseerd – als een hefboom voor een geopolitieke agenda die zich aan democratische controle onttrekt. De werkelijke frontlinie loopt niet tussen Oost en West, maar dwars door het westerse machtscentrum zelf. En daarin ligt de werkelijke dynamiek van de komende jaren.