Ellul: het geloof als verzet tegen de heerschappij van technologie
Dertig jaar na zijn dood blijft Jacques Ellul (1912-1994) – Franse filosoof, socioloog en theoloog – een referentiepunt, niet alleen vanwege zijn kritische reflectie op de hedendaagse samenleving, maar ook vanwege zijn getuigenis als christelijke intellectueel die het idee van vrijheid en verzet op het geloof fundeert. Het is juist in het geloof – gezien als ruimte voor innerlijke autonomie en transcendente openheid die de techniek niet kan bereiken – dat Ellul een alternatief ziet voor de neigingen tot vervreemding en onderdrukking die kenmerkend zijn voor geavanceerde samenlevingen. In een tijd van verdrietige passies is het christendom, voor Ellul, een daad van verzet tegen de ideologie van de technologische samenleving.
Techniek is nooit een neutraal gegeven. Integendeel, het is een fenomeen dat de sociale en culturele context verandert en daarmee de waarden en sociaal gedrag beïnvloedt. Vanuit deze premisse richt Ellul zijn redenering op het idee van een “technologische samenleving” om een beschaving te beschrijven waarin technologie het centrale organiserende principe wordt. De hedendaagse samenleving wordt gekarakteriseerd door haar “technisch determinisme”, waarbij efficiëntie en productiviteit de hoogste waarden zijn, vaak ten koste van de spirituele dimensie.
Deze bewering is gebaseerd op de fundamentele onderscheiding die Ellul maakt tussen techniek – gedefinieerd als menselijke capaciteit die sinds de oorsprong van het humanisatieproces bestaat en waarmee de mens instrumenten creëert om zijn actie te versterken – en het technische systeem, dat zich pas in de moderne tijd vormt. Door het fabrieksmodel te generaliseren, beschrijft het “technische systeem” die situatie waarin de afzonderlijke apparaten worden verbonden met andere apparaten, “waardoor ze afhankelijk worden van het geheel van technische factoren voordat ze in relatie staan tot niet-technische elementen”. (...).
In de hedendaagse samenleving vormt het netwerk van actoren (bedrijven, banken, bureaucratieën, universiteiten, verenigingen), apparaten (auto's, mobiele telefoons, pc's, creditcards, huishoudelijke apparaten) en infrastructuren (snelwegen, luchthavens, breedband, elektrische leidingen, contractcodes, financieel netwerk) ver, buiten de productiecontext, een configuratie waarin kennis zich organiseert volgens een puur instrumentele, systemische en codeerbare logica, op basis van standaardprocedures die het mogelijk maken om productie en uitwisseling tussen een zeer groot aantal individuen te realiseren, cultureel en ruimtelijk gedistribueerd (tot het uiterste over de gehele planeet). Een “systeem” dat kennis reduceert tot een gespecialiseerde vorm van kennis, halverwege tussen operationeel leren (overdraagbaar via gecodeerde taal en procedures) en sociaal imitatiegedrag (...).
Ellul gelooft dat de bijbelse boodschap – gezien als een oproep tot compassie, liefde voor de naaste en afstand nemen van materiële waarden – een levensethiek schetst die zich verzet tegen de logica van macht, geweld en techniek. In dit perspectief plaatst Ellul zich in de lijn van andere christelijke auteurs (Bonhoeffer, Tillich, Niebuhr, Illich, Mounier, Berdjaev, Weil, Stringfellow) die in de twintigste eeuw een kritische benadering van de moderniteit hebben ontwikkeld, niet in nostalgische zin (terug naar een verloren verleden), maar in prospectieve zin (naar een nog te bereiken toekomst) op basis van de vrijheid en authenticiteit die het geloof biedt.
Als protestant legt Ellul de nadruk op het individuele bewustzijn, de directe lezing van de Bijbel en de persoonlijke relatie met God. Geloof wordt gezien als een actieve inzet en een uitdaging tegen de samenleving en haar onderdrukkende structuren. En het christendom wordt geïnterpreteerd als een persoonlijke reactie op de vervreemding die typisch is voor de moderne samenleving en als een weg naar authenticiteit. Ellul's kritiek draait om de dominantie van materialisme en de spirituele leegte van de hedendaagse samenleving, en stelt het christendom voor als een alternatieve betekenis. Ellul heeft een realistische visie op de zonde en de menselijke beperkingen en een zekere achterdocht tegenover vooruitgangsideologieën en wereldlijke machten. Ook daarom houdt hij afstand van de instellingen die typisch zijn voor de moderniteit, te beginnen bij de Staat, die vooruitgang en welzijn beloven, maar vaak de vrijheid en menselijkheid verminderen. Net als Ivan Illich stelt hij een christelijke visie voor die gemeenschap, authenticiteit en individuele vrijheid waardeert.
Dicht bij Emmanuel Mounier en het personalisme, plaatst Ellul de menselijke persoon centraal in zijn denken. Hij gelooft dat het christendom een belangrijke rol te spelen heeft in het verdedigen van de persoon tegen onpersoonlijke krachten. Het christendom van Ellul onderscheidt zich door zijn radicale en tegen-culturele aard, gericht op de vrijheid en authenticiteit van het geloof. Centraal in zijn visie staat het persoonlijke antwoord op God. Christen zijn betekent reageren op de roep van God op een unieke en onvervangbare manier, zich inzetten voor een leven van liefde en dienstbaarheid. Dit vereist moed en authenticiteit, omdat het betekent dat men tegen de heersende waarden ingaat. Ellul gelooft in het belang van individuele verantwoordelijkheid, waarbij vrijheid wordt gezien als een zeldzaam en waardevol goed. Iedereen heeft de plicht om zich uit te spreken, zelfs door kleine daden van verzet.
Zijn ethiek is niet gebaseerd op succes of efficiëntie, maar op trouw aan het eigen bewustzijn en geloof. Het christendom is geen conformistische of institutionele religie, maar een kracht van verzet tegen wereldlijke machten, vooral tegen de heerschappij van technologie en de technische samenleving. (...) Vrijheid is een fundament van Ellul's christendom. Niet alleen omdat hij geloof ziet als een individuele en bewuste weg, waarin iedereen wordt uitgedaagd om zich uit te spreken en zijn of haar bewustzijn te gebruiken. Maar ook omdat deze vrijheid – die altijd waakzaam maakt tegenover de normen die door de samenleving of religieuze instellingen worden opgelegd – (...) de fundamentele snaren van de moderne gevoeligheid raakt. Voor Ellul zal het christendom weer spreken tot het hart van de mens en de samenleving wanneer het zichzelf, in de geest van het Evangelie, kan voorstellen als een “religie van vrijheid”.